Vaak zeggen mensen die meedoen aan een bibliodans: ‘Dansen helpt me uit mijn hoofd te komen, mijn lichaam te voelen en mijn gevoel ruimte te geven.’
Dat was ook wat met mij gebeurde toen ik ging dansen. Tijdens mijn studie theologie zat ik veel in mijn hoofd. Het nadenken over wat geloven is, was nuttig. Allerlei vanzelfsprekendheden werden doorbroken. Dat was spannend. Maar het gaf ook ruimte om tot nieuwe inzichten te komen en te zoeken naar nieuwe inhouden en vormen. Toch bleef het voor mijn gevoel een beetje zweven. Hoe kon ik zelf als gelovige een nieuwe manier van geloven vinden? Tot mijn verrassing gebeurde dat door te dansen. Door te dansen ging ik ‘van kop naar kont’. Ik raakte met huid en haar, met lichaam en gevoel, met al mijn creativiteit in die zoektocht betrokken. Ik genoot ervan, begon dansworkshops te geven, ontwierp vieringen met dans en ontwikkelde vormen van pastoraat en geestelijke begeleiding door middel van dans.
Na daar jaren mee bezig geweest te zijn, begon het te kriebelen. De gedachte ontstond om wat ik intuïtief ontwikkeld had en wat ik ‘bibliodans’ was gaan noemen, theoretisch te onderbouwen. In maart vorig jaar verdedigde ik mijn proefschrift ‘Tango met God? Een theoretische verheldering van bibliodans als methode voor spirituele vorming’. Ik ging daarmee weer ‘van kont naar kop’. Maar waarom terug naar de kop, het denken, als ‘de kont’, het gevoel en de intuïtie zo veel goeds brengen? Het is tenslotte best moeilijk om onder woorden te brengen wat dans te weeg kan brengen.
Wat het me heeft gebracht: ik ben nog meer diepte gaan zien achter wat gaandeweg, intuïtief tijdens het dansen gebeurt. Ik ontdekte bijvoorbeeld dat het afwisselen van doen (expressie), gewaarworden en voelen (impressie) gezien kan worden als een afwisseling van actie en contemplatie. Door het zo te benoemen, verankerde het zich verrassend genoeg nog meer in mijn gevoel. Bovendien kon ik dit aspect van bibliodans verbinden met meditatietradities in de christelijke traditie.
Misschien is dat ook wel wat ik hoop dat gebeurt als ik aan het eind van een workshop vraag om in de kring met enkele woorden weer te geven wat het dansen je gaf. Dat de ervaring die je opdeed, verankerd wordt en dat je je verbonden gaat voelen met andere gelovigen en zinzoekers en wie weet de christelijke traditie.